De onzichtbare wereld

Een gedichtje vol hoop en licht

Op een dag, zag ik het. De verandering.

 

Kinderen spelend aan de waterkant,

met blote armen, rode konen,

die de eenden, haast onzichtbaar in het riet verscholen, rustig lieten begaan.

 

Niemand deed aan eten geven, aanraken of willen weten.

Leven, laten, leven.

Zachte hoofdknikjes verschenen,

en dat was ook het enige.

 

De kinderen waren contact aan het maken, net of zij met de vogels spraken.

Zichtbaar met hen spraken. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld was.

(Misschien is het dat ook)

 

Toen wist ik het zeker, de angst

van velen voor dit leven

zou voorgoed verdwijnen.

Iets nieuws zou verschijnen.

Een einde aan het verdwalen in gebroken verhalen, van steeds maar willen, moeten, hebben, nemen.

 

De kinderen en de dieren

begrepen elkaar volkomen.

Steeds vertrouwder samen,

vliegend over hoofden, zwierend onder vleugels door, zwaaiend, lachend,

keken ze elkaar recht in de ogen,

om daarna vlug weer weg te kijken.

Bevangen door de tederheid.

 

Eén eendje landde op de knie,

van een blonde jongen met duizend sproeten.

Oude vrienden die elkaar ontmoetten.

De lisdodde, steeds een stille getuige,

leek nu haast verrukt te wuiven.

 

Het heilige moment was daar.

 

Mensen waren opnieuw

de onzichtbare wereld binnen getreden,

om hun liefde te geven,

aan alles wat ademt en leeft.

 

En al het andere?

Want zo is het leven,

al het andere

wordt hun in stilte vergeven.

 

Martine - de bloemdenker ©

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.